BlogKnuffelen verboden!

26 augustus 2022

Ongewenste omgangsvormen. Grensoverschrijdend gedrag. Onveilige werkomgeving. Sinds een paar jaar staat het volop in de maatschappelijke belangstelling. En ook in de rechtspraak, vooral in de arbeidsrechtelijke rechtspraak is het steeds vaker onderwerp van geschil.

En regelmatig kom je dan situaties tegen waarvan je als buitenstaander denkt: hoe is het mogelijk!? Zo ook heel recent een geval waar de kantonrechter in Rotterdam over moest oordelen.

Een werknemer stapt naar de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te laten ontbinden. Natuurlijk kan een werknemer ook gewoon vertrekken zonder tussenkomst van de rechter. Maar als de werknemer een vergoeding wil, dan kan dat alleen via een procedure. De werknemer komt, als hijzelf naar de kantonrechter stapt, uitsluitend voor een dergelijke vergoeding in aanmerking, als de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.

In deze zaak kwam uiteindelijk vast te staan dat de werkgever (althans de directeur van het bedrijf) verlangde van zijn personeel dat zij regelmatig met hem knuffelen. Dat knuffelen op verlangen van “de baas” was aan de orde van de dag.

De werkgever probeert dit nog vergoelijkend af te doen met het verweer dat er sprake is van een knuffelcultuur en familiaire omgangsvormen. Daar gaat de kantonrechter niet in mee: er werd alleen met en door de directeur geknuffeld. Maar werknemers onderling deden dat niet.

Het bleef echter niet bij knuffelen alleen. De directeur liet zich ook in zijn communicatie meer dan eens ongepast en met seksueel getinte opmerkingen jegens het personeel uit. Dat afdoen als zogenaamde kleedkamerhumor, ook daar ging de kantonrechter niet in mee.

De kantonrechter overweegt onder andere: “Er is naar het oordeel van de kantonrechter, zeker naar huidige maatschappelijke maatstaven, sprake van grensoverschrijdend gedrag en een onveilige werkomgeving”. En: “Het beleid binnen een vennootschap, dat in dit geval wordt bepaald door de directeur, dient erop gericht te zijn dat werknemers zich tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden vrij en onbekommerd binnen het bedrijf kunnen begeven, zonder dat zij daarbij bang hoeven te zijn geconfronteerd te worden met mogelijk grensoverschrijdend gedrag dan wel seksueel getinte opmerkingen”.

Uiteindelijk komt de kantonrechter dan ook tot het oordeel dat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Dat komt hem duur te staan: de kantonrechter kent aan de werknemer een billijke vergoeding toe van maar liefst € 50.000,00.

Heel recent nog heeft ook de Hoge Raad zich in een geruchtmakende zaak uitgelaten over grensoverschrijdend gedrag in afhankelijkheidsrelaties. In die zaak werd bepleit dat als een werknemer (anders dan dus in de zaak waar de kantonrechter in Rotterdam over moest oordelen) zich aan dergelijk gedrag schuldig maakt, dat dan in beginsel altijd sprake is van ernstig verwijtbaar handelen (van, in dit geval, de werknemer).

De Hoge Raad gaat niet zo ver. De Hoge Raad overweegt: “Daarmee strookt niet om de rechter ertoe te verplichten tot uitgangspunt te nemen dat een werknemer gezien het gedrag waaraan hij zich schuldig heeft gemaakt een ernstig verwijt treft en aldus het onderzoek naar de ernstige verwijtbaarheid te beperken tot de vraag of zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die meebrengen dat de werknemer in zijn rechtsverhouding tot de werkgever toch geen ernstig verwijt treft. Dat door het middel bepleite uitgangspunt zou ook onvoldoende recht doen aan de verantwoordelijkheid van een werkgever om grensoverschrijdend gedrag in zijn organisatie zoveel mogelijk te voorkomen en bij signalen van grensoverschrijdend gedrag daartegen op te treden”.

Voor werkgevers is deze uitspraak van belang, omdat deze bevestigt dat op hen de verantwoordelijkheid ligt om daadwerkelijk in te grijpen als er signalen zijn van dergelijk grensoverschrijdend gedrag. Het is immers, zoals ook de kantonrechter in Rotterdam overweegt, de verantwoordelijkheid van de werkgever om zorg te dragen voor een veilige werkomgeving. En is deze uitspraak van belang, omdat daarmee duidelijk wordt dat niet in iedere situatie zonder meer kan worden aangenomen dat grensoverschrijdend gedrag leidt tot ernstige verwijtbaarheid.

https://www.verba-advocatenkantoor.nl/wp-content/uploads/2021/01/VERBA_logo_kader-160x160.png
Baronielaan 23, 4818 PA Breda
Postbus 5640, 4801 EA Breda